De week
Net zoals ‘de dag’ verband houdt met het draaien van de aarde om zijn eigen as, zo houdt ‘het jaar’ verband met het draaien van de aarde om de zon. En net zo houdt ‘de week’ verband met het draaien van de maan om de aarde.

We zien de maan alleen als ronde bol bij volle maan. Bij andere fasen zien we slechts een gedeelte van de maan opgelicht worden door de zon. Deze cyclus van de maan werd al in de vroegste culturen gebruikt als middel om de tijdmeting aan te relateren.

Gemakkelijk te herkennen fases zijn:
– afwezige maan (nieuwe maan)
– halve maan (ruim een week na de afwezige maan; eerste kwartier)
– volle maan (ruim twee weken na de afwezige maan)
– halve maan (ruim een week na de volle maan; laatste kwartier)

De maan komt elke dag wat later op. Als de aarde het rondje om zijn eigen as heeft gedraaid is de maan ook weer wat verder gereisd. Het duurt dan nog 50 minuten voor we de maan op dezelfde plek zien vanaf de aarde.

Bij nieuwe maan komt de maan ongeveer gelijk op met de zon. Na een week is het eerste kwartier bereikt en komt de maan rond het middaguur op. Als het volle maan is komt de maan op ongeveer bij zonsondergang. En als het laatste kwartier bereikt is komt de maan op rond middernacht. De totale cyclus van nieuwe maan tot nieuwe maan duurt gemiddeld 29,53 dagen.

De naam ‘week’ gaat overigens waarschijnlijk terug op het Germaanse ‘wijken’ dat afwisseling, wisseling van tijd betekent. Stel dat we een nieuw, modern kalendersysteem zouden ontwerpen, zien we dan die week van zeven dagen terugkomen? Zit er een logica in het groeperen van de dagen per zeven of is het alleen historisch zo gegroeid. Zijn er ook kalendersystemen (geweest) met weken van 4, 5, 6, 8, 9, of 10 dagen?
In het Oude Testament is te vinden dat God de wereld schiep in zes dagen en dat hij de zevende dag gebruikte om uit te rusten van zijn werk. Ook in de tien geboden in Exodus is een duidelijke verwijzing terug te vinden naar de sabbat als rustdag, zelfs met een tamelijk verplichtend karakter.

Zes dagen zal men het werk doen; doch op den zevenden dag is den sabbat der rust, een heiligheid des HEEREN! Wie op den sabbatdag arbeid doet, zal zekerlijk gedood worden (Exodus 31:15).

Maar die keuze voor zeven dagen lijkt al een oudere oorsprong te hebben. Verschillende oudere beschavingen voerden een week in die gebaseerd was op zeven hemellichamen: de zon, de maan, plus de vijf planeten die ’s nachts voor de mens zichtbaar zijn: Mars, Mercurius, Saturnus, Venus en Jupiter.

De vroegste verwijzing naar een week van zeven dagen gaat terug op de Soemeriërs. De Soemerische heerser Shulgi (2029 v.C. -1982 v.C.) regeerde over een rijk in het zuidelijk deel van Mesopotamië (hedendaags Zuidoost-Irak). Hij voerde een zevendaagse week in, waarbij hij de zeven hemellichamen als uitgangspunt nam voor de namen van de dagen.

De indeling in zeven dagen verspreidde zich via de latere Babylonische kalender door heel Mesopotamië en de Levant. Ook in de oude Indiase Veda’s (heilige hindoegeschriften, 1500 v.C. – 1000 v.C.) zijn aanwijzingen te vinden voor een zevendaagse week. Ook in het Sanskriet heten de weekdagen naar de hemellichamen. Later namen ook de oude Grieken (500 v.C. – 146 v.C.) deze indeling over.

Rond het begin van onze jaartelling leefden de Romeinen nog met twee systemen: de Etruskische achtdaagse week (ook wel nundiale week) bestond naast de op de planeten gebaseerde zevendaagse week. Geleidelijk verloor de achtdaagse week aan invloed. Rond 400 na Chr. verdween de achtdaagse week.

Ook de Joodse en Islamitische week kennen zeven dagen, die overigens beginnen op zaterdag, bij zonsondergang. De hindoeïstische week begint op zondag bij zonsopgang.

De week van zeven dagen lijkt dus bijna universeel. Er zijn ten tijde van de Franse Revolutie en later onder Stalin wel pogingen ondernomen om een andere week-systeem in te voeren, maar beide pogingen zijn mislukt.