Op de Juliaanse kalender was er elk jaar een schrikkeljaar was: elke vier jaar kwam er een dag bij op de kalender. Dat zou in orde zijn geweest als de gemiddelde lengte van een jaar 365,25 dagen zou zijn geweest. In werkelijkheid is die gemiddelde lengte in dagen iets korter: 365,2425. Met andere woorden: er werd iets teveel gecorrigeerd, er kwam te vaak een 29e februari erbij.

Het gevolg was dat het begin van de lente (en van de andere seizoenen) geleidelijk wat vroeger op de kalender kwamen te liggen… Zo rond 1500 lag het begin van de lente inmiddels rond 11 maart. Het was hoogtijd voor een kalenderhervorming. Meer over de Juliaanse kalender

stap 3: Paus Gregorius XIII