De lente begint zodra de dag langer duurt als de nacht…

De aarde draait om de zon en daarbij staat de aarde een beetje scheef t.o.v. van de baan die de aarde volgt. En die scheefheid maakt dat de zonnestralen onder een andere hoek de aarde bereiken in de loop van zo’n rondje om de zon (in de loop van een jaar dus). Verder verandert ook de lengte van de dag t.o.v. de nacht. Dit tezamen veroorzaakt de seizoenen.

Niet alleen duren de dagen in onze zomer lekker lang, ook staat de zon midden op de dag hoog aan de hemel, zodat het aardoppervlak effectief wordt opgewarmd. Van eind december tot eind juni worden de dagen steeds wat langer en daarna steeds wat korter, tot aan de volgende december. Er is een punt waar dag en nacht even lang zijn, en waar ook het noordelijke en zuidelijke deel van de aarde even veel zonlicht krijgen, dat is als de zon loodrecht boven de evenaar staat. Dat punt noemen we het begin van de lente. Van dan af zijn de dagen langer dan de nacht en krijgt het noordelijke deel van de aarde wat meer zon.

Tot 1582 werd de kalender gebruikt die door Julius Ceasar was ingevoerd. Het begin van de lente was in de loop der eeuwen steeds wat vroeger op de kalender komen te liggen en lag inmiddels op 11 maart…

stap 2: Probleem met de Juliaanse kalender