vorige pagina<<<p5>>>volgende pagina
Als ze het hem gevraagd hadden, zou Hervé Joncour hebben geantwoord dat zijn leven voor altijd zo zou doorgaan. Niettemin, werd aan het begin van de jaren zestig een besmettelijke ziekte (waardoor de eieren van Europese kwekerijen onbruikbaar waren geworden) een epidemie die over zee Afrika had bereikt en volgens sommigen zelfs India. Herve Joncour keerde terug van zijn gebruikelijke reis, in 1861, met een eiervoorraad die twee maanden later bijna volledig besmet bleek te zijn. Voor Lavilledieu leek, net als voor veel andere steden die hun rijkdom baseerden op de zijdeproductie, dat jaar het begin van het einde te vertegenwoordigen. De wetenschap bleek de oorzaken van epidemieën niet te begrijpen. En de hele wereld, zelfs in de verste regio’s, leek zonder uitleg gevangen te zitten van die betovering. ‘Bijna de hele wereld’, zei Baldabiou zacht. “Bijna”, terwijl hij twee vingers water in zijn Pernod goot.
Se gliel’avessero chiesto, Hervé Joncour avrebbe risposto che la sua vita sarebba continuata così per sempre. All’inizio degli anni Sessanta, tuttavia, l’epidemie di pebrina che aveva reso ormai inservibili le uova degli allevamenti europei si diffuse oltre il mare, raggiungendo l’Africa e, secondo alcuni, perfino l’India. Hervé Joncour tornò dal suo abituale viaggio, nel 1861, con una scorta di uova che si rivelò, due mesi dopo, quasi totalmente infetta. Per Lavilledieu, come per tante altri città che fondavano la propria ricchezza sulla produzione della seta, quell’anno sembrò rappresentare l’inizio della fine. La scienza si dimostrava incapace di comprendere le cause delle epidemie. E tutto il mondo, fin nelle sue regioni piὺ lontane, sembrava prigioniero die quel sortilegio senza spiegazioni. “Quasi tutto il mondo”, disse piano Baldabiou. “Quasi”, versando due ditta di acqua nel suo Pernod.